Mijn haat-liefde verhouding met IJsland III

DEEL 3: Mijn slechtste reiservaring ooit

Hoge verwachtingen

Na mijn terugkeer raakte ik volledig in de ban van landschapsfotografie en in mijn achterhoofd blijft het spelen om ooit eens terug te gaan naar IJsland. Hoe meer ervaring ik opdoe als (landschap)fotograaf, hoe meer ik begin te beseffen dat ik er eigenlijk weinig van bakte in 2016. Het besluit valt snel om terug te gaan naar IJsland, ditmaal in februari. IJsland in de winter, met volledig in sneeuw bedekte landschappen en het noorderlicht dat danst aan de hemel, ik kan het me zo inbeelden.

Deze keer geen rondreis, maar een aantal plaatsen langsheen de zuidkust waarvan ik op voorhand wist op welke manier en onder welke omstandigheden ik ze zou fotograferen. Bovendien ging ik er vanuit dat het aantal toeristen zeer beperkt zou zijn en de gekende locaties waar het in 2016 wemelde van de toeristen, er nu wel verlaten zouden bij liggen.

Ik kom kort na de middag aan in de luchthaven en zou onmiddellijk doorrijden naar het schiereiland Snaefellsnes, een van de meest westelijke punten van IJsland en circa 250km van de luchthaven. Het weer zag er prachtig uit, blauwe lucht, weinig wolken en een besneeuwd landschap. Ik had echter beter moeten weten, nog voor ik goed en wel vertrokken was, sloeg het weer volledig om. De hemel werd grauw en de wind wakkerde aan; ik plaatste beide handen op het stuur en het besef kwam vrij snel dat drie uur rijden te optimistisch was. Hoe verder ik reed, hoe slechter het weer werd. De wind waaide zodanig hard dat ik met momenten moeite had om mijn kleine huurwagen op de weg te houden, en voor ik het wist zat ik midden in een sneeuwstorm. Ik kon enkel vertrouwen op mijn gps, want de weg was nauwelijks nog zichtbaar. Ik durfde niet sneller rijden dan 25-30km per uur en stond op bepaalde momenten volledig stil omdat paniek de overhand nam. Hoe zou ik in godsnaam ooit aankomen in de hostel? Het was ondertussen reeds 18u en ik had nog meer dan 100km te gaan. Ik was blij toen ik plots een brug overreed en deze nog herkende van in 2016. Ik had eindelijk een besef van waar ik me ongeveer bevond en kon wat beter inschatten hoe lang die helse tocht nog zou duren. Om 20u kwam ik uiteindelijk aan in de hostel, na een rit van bijna 5uur. De hosteluitbater schrok zich een hoedje toen ik aanklopte, Hij ging er al vanuit dat ik in Reykjavik gebleven was en pas een dag later zou aankomen. Kort nadat ik Reykjavik was voorbijgereden, hadden ze namelijk de ringweg afgesloten omdat het te gevaarlijk was op de weg. Uitgeput plofte ik neer in de zetel, een IJslands biertje smaakte als nooit tevoren, fotografie dat was pas voor morgen.

Het voordeel van reizen in februari is dat de zon pas opkomt rond 9u45, ik kon dus rustig uitslapen en toch op tijd aankomen bij Kirkjufell om de zonsopgang te fotograferen. Het nadeel zou ik snel genoeg merken. Ik kwam ruim op tijd aan op de locatie, parkeerde mijn wagen, stijgijzers aan mijn schoenen en vertrok richting Kirkjufellsfoss. De omgeving was werkelijk adembenemend, de volledige waterval was dichtgevroren en zelfs een deel van de oceaan bevond zich onder een dik pak ijs. Maar vooral er was nog niemand ter plaatse, ik hoopte dat het zo zou blijven, maar helaas. Hoe dichter we bij zonsopgang kwamen, hoe meer fotografen toestroomden. Kwam je als laatste toe, dan was het echt zoeken naar een plaatsje om de berg in beeld te kunnen brengen. Dit had ik helemaal niet verwacht, mijn droom om IJsland voor mezelf te hebben, spatte een klein beetje uit elkaar.

Wanneer ik een specifieke locatie bezoek om te fotograferen, dan heb ik vaak reeds het beeld in mijn hoofd dat ik wil creëren. Ik ga eerst opzoek naar de juiste compositie, probeer het beeld te kadreren zoals ik het wil en dan wacht ik het juiste moment af. Om de kans te vergroten dat ik Kirkjufell in ideale omstandigheden kon fotograferen, bleef ik twee dagen in de buurt. Helaas speelde het weer me parten waardoor de omstandigheden nooit exact waren zoals ik het voor ogen had en ik moest roeien met de riemen die ik had.

De Zuidkust

Van Kirkjufell ging het rechtstreeks naar Vestrahorn. Vestrahorn is een gebergte dat op het schiereiland Stokksnes ligt in het zuidoosten van IJsland. Het is vooral bekend door de zeer steile kliffen die oprijzen aan de rand van een lagune. Het gebergte is omgeven door zwarte zandstranden met kleine duinen en wanneer het hoogtij is, kan je prachtige reflecties fotograferen. Vestrahorn is werkelijk één van de fotografische hoogtepunten van IJsland, maar om een onbekende reden hadden we dit in 2016 volledig links laten liggen.

Omdat er te veel wind stond en de wolken vrij laag rond de berg hingen, besloot ik me niet te focussen op een panorama, maar ging op zoek naar een goeie duin die het oog kon leiden naar de berg. Omdat ook hier reeds vrij veel mensen aanwezig waren, was het vooral zoeken naar een duin zonder zichtbare voetstappen. Ik koos een duin uit met een besneeuwde rug die in de voorgrond een ideale lijn vormde naar Vestrahorn. Toen plots uit het niks alle wolken wegtrokken en de wind ging liggen, haastte ik me toch nog uit de duinen om snel die panorama-foto te kunnen maken. Haast en spoed is zelden goed, maar in IJsland weet je zo dat het weer in een vingerknip opnieuw kan veranderen.

Na Vestrahorn keerde ik terug richting Reykjavik, een volgende stop zou Jökulsárlón zijn. Ik had namelijk nog een eitje te pellen na de mislukte foto’s van de vorige reis. Ditmaal was ik vastberaden om een mooie duidelijke foto te nemen. Op zoeken gaan naar een onderwerp in de voorgrond of naar enkele interessante lijnen die orde zouden scheppen in de chaos van gletsjerbrokstukken. Wie weet, kreeg ik deze keer zelfs een mooie zonsopgang en kon ik het perfecte plaatje schieten.

Helaas zat het weer helemaal niet mee. Het regende pijpenstelen en ik kon enkel afwachten in mijn wagen. Tot overmaat van ramp kwamen steeds meer toeristen toe en stond de parking in een mum van tijd vol geparkeerd. Ik raakte volledig ontmoedigd en besloot geen foto’s te nemen van Jökulsárlón, maar me te focussen op het “Diamond Beach”. Dit is een strand vlakbij het gletsjermeer dat bezaaid is met grote ijsbrokken. Al deze ijsbrokken worden vanuit het meer de zee ingezogen en spoelen dan aan op het naburige strand. Ik besloot hier wel het weer te trotseren en begaf me naar het strand. Ik wou een ijsbrok als onderwerp in mijn foto, en de bedoeling was om met een lange sluitertijd net af te drukken wanneer de ijsbrok overspoeld werd door een golf. Zo had ik beweging in mijn foto, terwijl het onderwerp -letterlijk- bevroren was. De regenbuien, mijn statief die wegzakte in het zand en de soms zeer verraderlijke golven, maakten het zeer uitdagend om dit beeld te creëren. Maar ondanks de natte voeten die ik er toen aan overhield, ben ik vrij trots op deze foto.

Diamond_Beach.jpg

De voorlaatste stop was Vík í Mýrdal. Het is de meest zuidelijk gelegen plaats van IJsland en vlakbij enkele iconische hotspots die ik wou fotograferen. Op de planning stond het strand van Reynisfjara, de basaltzuilen van Reynisdrangar en Dyrhólaey, Hoewel Reynisdrangar en Dyrhólaey de meest spectaculaire uitzichten zijn, is mijn favoriete foto eentje van op het strand van Reynisfjara. Terwijl de meeste fotografen op het strand ook hadden voor de indrukwekkende basaltzuilen, was mijn oog volledig gefocust op de zonsondergang. Eindelijk eens een spectaculaire “golden hour”, ik vond een rotsblok op het strand en besloot me exact te positioneren zodat de zon net onderging op het puntje van de rotsblok, op de achtergrond kan je trouwens de rotsformaties van Dyrhólaey waarnemen. Prachtige symmetrie, roze wolken en wat me vooral aanspreekt aan deze foto is de rust. Het lijkt alsof er niemand op het strand aanwezig was, terwijl in werkelijkheid het krioelde van de mensen achter mijn rug en ik het geluk had dat de oceaan telkens de voetstappen op het strand uitwiste.

Reynisfjara_beach.jpg

Een onverwacht einde

Vanuit Vík í Mýrdal is het slechts 30min rijden naar Skogafoss. Deze waterval bezochten we eveneens in 2016, maar doordat ik toen geen statief bij had, kon ik niet de foto nemen die ik wou. Ditmaal had ik wel het juiste materiaal, en tot mijn verbazing was er nog niemand aanwezig toe ik aankwam bij de waterval. Ik naam rustig mijn tijd en pas toen mijn foto genomen was, kwamen de eerste bussen toe. Vlakbij Skogafoss ligt bovendien een tweede waterval, genaamd Kvernufoss. Hij is minder spectaculair, maar doordat je achter de waterval kan lopen zeker een bezoekje waard. Ik bond mijn stijgijzers aan mijn schoenen en vertrok richting de waterval. Het pad naar de waterval was één ijspiste, maar met mijn stijgijzers maakte ik me weinig zorgen. Ik zag de waterval opduiken en nam een eerste foto. Het ultieme doel was om een foto te nemen van achter de waterval, dit zou wel eens de dé foto van mijn reis kunnen worden. Alle rotsen rond de waterval waren volledig bedekt in een dik pak ijs, ik besloot het risico te nemen en klauterde naar boven. Boven aangekomen, plaatste ik mijn rugzak in een holte en ging op de rand staan om mijn statief op te stellen. Het geluid van het vallende water en het besef dat ik me achter een effectieve waterval bevond, deden het enthousiasme toenemen.

En dan…

En dan eindigde mijn reis. Mijn statief gleed weg op het ijs en viel in de rivier onderaan de waterval. Ik was verbouwereerd. Zo’n statief kost tamelijk wat geld en zonder kon ik geen foto’s meer nemen. In een waas en vol van adrenaline besloot ik de waterval af te dalen om mijn statief te recupereren uit het water. Geen slim idee, want voor ik het besefte, gleed ik uit en tuimelde van de ene rots naar de andere tot in de rivier. Ik was volledig doorweekt en zat tot mijn middel in het ijswater. Mijn handen zaten vol sneetjes door de scherpe randjes van het ijs en de rotsen, maar voor mij lag mijn statief. Ik grabbelde recht, gooide mijn statief op de oever en probeerde zo snel mogelijk uit het water te raken. Maar ik was opgelucht, mijn statief was niet gebroken, dus ik kon terug foto’s nemen. Ik klauterde opnieuw naar boven, mijn camerarugzak lag daar tenslotte nog én ik had nog geen foto. Eenmaal terug boven nam de paniek de overhand. Ik besefte plots wat me overkomen was en verstijfde volledig. Het duurde een tiental minuten vooraleer ik de waterval terug durfde afdalen richting de parking. Aangekomen aan de auto, deed ik verse kleren aan, plaatse mijn camerarugzak in de koffer en werd plots overmand door een helse pijn in mijn onderrug. De adrenaline was volledig uitgewerkt en de val had precies een grotere impact gehad dan ik eerst vermoedde. Pijn nam nu de bovenhand. Ik kon met moeite plaatsnemen achter het stuur en schreeuwde het uit van de pijn op de hobbelige wegen.

Daar aan die waterval eindigde mijn reis. De resterende drie dagen bracht ik door op mijn hotelkamer met een doos ibuprofen. Ik kon met moeite rechtstaan en wandelen met een rugzak zat er al helemaal niet meer in. Eenmaal aangekomen in België ging ik onmiddellijk naar het ziekenhuis, waar al snel bleek dat ik drie staartwervels gebroken had bij mijn val. Om de miserie compleet te maken was ik de avond voor mijn vertrek slachtoffer geworden van een vluchtmisdrijf. Een wagen had tegen mijn geparkeerde huurwagen gereden, en omdat ik geen omnium genomen had, volgde een rekening van maar liefst €1200 voor de schade aan de huurwagen. Mijn trip naar IJsland was een grote desillusie geworden.

Kom ik er ooit terug?

Kom ik er ooit nog terug? Op die vraag kan ik momenteel nog niet antwoorden. Door de Coronacrisis heb ik zoals zoveel mensen zeer veel zin om opnieuw te reizen, maar IJsland laat ik momenteel nog wat links liggen. Als je er nog nooit geweest bent, dan is het zeker de moeite. De landschappen, uitzichten, natuur zijn echt ongelofelijk en alles ligt op één eiland. Wanneer je rekening houdt met de massatoeristen en niet onbezonnen een waterval beklimt, dan kan het de reis van je leven worden. Hopelijk hebben jullie genoten van deze driedelige blog en hebben jullie wat geleerd uit mijn ervaringen.

Bedankt om mee te gaan in mijn verhaal!

 

Heb je vragen? Contacteer me gerust via Instagram of het contactformulier op de website!

Previous
Previous

Mijn favoriete heidegebieden

Next
Next

Mijn haat-liefde verhouding met IJsland II