Aaron Verleysen Aaron Verleysen

Twee top herfstwandelingen in de Hoge Venen!

De herfstvakantie is daar en je bent nog op zoek naar een mooie herfstwandeling? Wel in deze blog lees je alles over mijn twee favoriete herfstwandelingen in de Hoge Venen. Zet die wandelschoenen maar al klaar! Met deze twee wandelingen heb je snel een dagje Ardennen gevuld.

Brackvenn

Het Brackvenn ligt nabij de Duitse grens, tussen Eupen en Monschau (D). Het is één van de absolute parels van de Hoge Venen. Eigenlijk kan je dit gebied in gelijk wel seizoen bezoeken, maar tijdens de herfst is het toch zeer bijzonder, dan kleurt het veenlandschap namelijk prachtig goudgeel.

Het landschap van het Brackvenn is een gevolg van duizenden jaren veenvorming, het is een lappendeken van heide, vennetjes, veegmosbuilten, lage struiken, berken, enz. Al deze natuurpracht wordt met elkaar verbonden via een netwerk van knuppelpaden.

Naast de natuurpracht vind je in noordoostelijke hoek de “Kaiser Karls Bettstatt”. Dit is een van de weinige megalieten die je in België kan bewonderen. De grootste van de twee rotsblokken is vijf meter lang en twee meter breed.

Voor zij die er graag vroeg op uittrekken: sinds kort is ook een familie bevers actief in een van de beekjes van het Brackvenn. Rond de bovenloop van de Getzbach vind je verschillende beverdammen en meertjes. Zij die niet bij ochtenddauw of avondschemer op pad willen, ook overdag kan je de knaagsporen waarnemen of de grote bomen die omgeveld zijn, met rondom knabbelschilfers.

Welke wandeling?

Het Brackvenn wordt doorkruist door twee bewegwijzerde wandelingen, maar geen van deze wandelingen beperkt zich tot het eigenlijke Brackvenn. De beste manier om een mooie indruk te krijgen van het ven, doe je door zelf je route uit te stippelen. Parkeren doe je best aan de linkerkant van de weg als je op de N67 richting Monschau rijdt (zie kaartje hieronder). Aan de overkant van de weg kan je een lusvormige wandeling volgen die recht in het veengebied loopt. Reken op circa 1,5uur om de lus te vervolledigen.

 

Voor zij die meer pit in de benen hebben: aan Haus Ternell start een bewegwijzerde wandeling van 21km. Je volgt de paaltjes met een opstaande rode rechthoek, de wandeling neemt je mee door het Hertogenwoud, het Brackvenn en delen van de valleien van de Helle en Getzbach.

Getzbach - Helle

Vlakbij het Brackvenn vind je de valleien van de Getzbach en de Helle, twee van de mooiste rivieren van België. Zoals je hierboven reeds kon lezen ontspringt de Getzbach in het Brackvenn, vandaar baant het bruine veenwater zich een weg door het reliëfrijke boslandschap tot het uitmondt in de Vesderstuwdam nabij Eupen. De Helle is een zijrivier van de Verder en ontspringt nabij Baraque Michel en mondt uit in de Vesder nabij Eupen. De rivier was lange tijd een natuurlijke grens met Duitsland (let tijdens de wandeling op de vele grenspalen).

Parkeren doe je best aan Haus Ternell, een voormalig jachthuis dat gelegen is langs de N67, vlakbij het Brackvenn (zie kaartje). Vanaf hier start de zogenaamde “twee-rivierenwandeling”, een pittige wandeling van ca. 8km. Eerst duik je via het Osthertogenwald de vallei van de Helle in, om nadien terug uit het dal te klauteren en af te dalen in de vallei van de Getzbach, een van de meest gefotografeerde rivieren van België. De vallei van de Getzbach is vrij duister, met steile wanden. Eens je het houten brugje gepasseerd bent, wandel je via uitgestrekte vlakten vol sparren terug naar het jachthuis. Reken snel op 3 uur wandelen.

 

Nuttige links

Read More
Aaron Verleysen Aaron Verleysen

Mijn favoriete heidegebieden

Het is weer zo ver, de heide staat in bloei!

De zomer is mijn minst favoriete periode om te fotograferen: zeer vroeg uit de veren voor een zonsopgang en vaak een weinig interessante blauwe hemel ‘s avonds. Maar elk jaar kijk ik reikhalzend uit naar eind augustus, wanneer de heide opnieuw prachtig paars kleurt. In deze blog geef ik jullie mijn drie favoriete heidegebieden, stuk voor stuk een bezoekje waard! De heidegebieden staan in bloei vanaf half augustus tot half september, zeker eind augustus kan je overal genieten van een overweldigende purperen hei.

De Kalmthoutse Heide

Het grootste en waarschijnlijk ook het bekendste heidegebied van België. De Kalmthoutse heide ligt in het uiterste noorden van België, vlakbij de grens met Nederland. Naast de natte en droge heide vind je er ook verschillende vennen, zandvlaktes en duinen en dennenbossen. Voor je de heide bezoekt, controleer je best eerst het brandgevaar! Bij lange droge periodes is het namelijk niet altijd toegestaan om de heide te bezoeken.

 

Bereikbaarheid

Je kan de Kalmthoutse heide bereiken via een drietal toegangswegen:

  • de Vroente, Putsesteenweg 129 Kalmthout

  • Parking Noord, Verbindingstraat 7, Kalmthout

  • Parking Zuid, Frans Raatstraat (einde), Kalmthout

Parking Noord en Zuid bevinden zich vlakbij het Stappersven, het grootste ven van het natuurpark. De Vroente ligt meer in het zuiden nabij het ven “De Putse Moer”. Je vindt er een bezoekerscentrum en een kleine brasserie vlakbij de parking. Omdat de verschillende toegangswegen nogal ver uit elkaar liggen (reken maar 20min met de wagen) kijk je best op voorhand welke toegangsweg je neemt voor jouw wandeling.

Ben je op zoek naar de meest fotogenieke locaties? Dan parkeer je best in de Korte Heuvelstraat (Kalmthout), hier rij je bijna de heide binnen en ben je vlakbij de hoge brandtoren. De parkeerplaatsen zijn hier zeer beperkt dus je komt best vroeg genoeg.

Zicht vanop de brandtoren

Mijn favoriete wandelingen

Wandelpad Libel

Dit is het populairste wandelpad van het natuurpark. De lus is net geen 5km en brengt je langs alle biotopen. Vanaf de Vroente wandel je via het ven “De Putse Moer” naar de uitgestrekte heidevlaktes. Langs deze wandeling kom je de 25m hoge brandtoren tegen en wandel je terug via het bos en enkele duinen.

Wandelpad Schaap

Wil je liever een meer uitdagende wandeling, dan is deze misschien wel iets voor jou. De wandeling is ca. 8.5km en je bent er al gauw 2 uur zoet mee. De les brengt je langs verschillende duinen, door de heidevelden en langs verschillende velden. Ook hier passeer je de oevers van de “Putse Moer”. Voor zij die een extra uitdaging zoeken, langs de oevers bloeit in augustus het kleine vleesetende plantje zonnedauw. Nadat je helemaal tot in de kern van Kalmthoutse Heide bent gewandeld keer je ook hier terug via de hoge brandtoren.

De Teut

In het midden van Limburg vind je het natuurgebied De Teut. Samen met Ten Haagdoorn vormt de Teut het grootste heidegebied van Limburg. Het volledige natuurgebied bestaat uit een afwisseling van beekdalen, vennen, duinen, bossen en heideterreinen. In tegenstelling tot de Kalmthoutse Heide vind je hier heel wat reliëf in het landschap.

 

Bereikbaarheid

Je kan de Teut via verschillende toegangswegen bereiken, maar de mooiste heideterreinen vind je aan het eind van de Holsteenweg. Vanaf de parking kan je een zandpad volgen dat je rechtstreeks naar het grootste ven brengt.

Parkeerplaats: Holsteenweg 29, Zonhoven

Zandpad naar het heidegebied

Mijn favoriete wandeling

Groene lus

Voor de mooiste wandeling in de Teut volg je best de groene wegwijzers. De wandeling brengt je naar de hoogste punten in het natuurgebied waar je een prachtig zicht hebt over de heidegebieden. De wandeling loopt naar de top van de Teutheuvel waar je een prachtig panorama hebt over de vennen. Deze locatie werd verkozen tot een van de mooiste plekjes van de Lage Kempen.

De groene lus is ongeveer 4,3km lang en loopt grotendeels over brede zandpaden. Het aantal wandelingen in de Teut is beperkt, het kan er dus best druk zijn tijdens de heidebloei.

De Mechelse Heide

Het laatste van mijn favoriete heidegebieden is de ‘Mechelse Heide’. De Mechelse Heide is één van de zes toegangspoorten tot het Nationale Park Hoge Kempen en staat naast de Kalmthoutse Heide gekend als één van de grootste heidegebieden van Vlaanderen. De Mechelse heide ligt op de oostelijke rand van het Kempisch plateau en herbergt naast heide ook verschillende berkenbossen en (verlaten) zandgroeves. Verwacht je aan stevige klimmen, met prachtige vergezichten.

 

Bereikbaarheid

De Mechelse Heide is een zeer groot gebied, met verschillende toegangswegen. De meeste wandelingen starten vanaf parking ‘t Salamanderke, J. Smeetslaan 280, Maasmechelen.

Geen zin om te wandelen en wil je onmiddellijk naar de hotspots? Dan parkeer je best langs de “Weg naar Heiwick”, vanaf hier start een wandelpad dat je snel tot de mooiste stukken brengt.

Mijn favoriete wandeling

Gele lus

Deze wandeling start bij parking ‘t Salamanderke en is ongeveer 5.5km lang. Het is de ultieme heidewandeling en brengt je snel langs de mooiste heidegebieden. Het gebied staat gekend voor de aanwezigheid van teken, je draagt best een lange broek en een insectenwerend middel is ook geen overbodige luxe in de zomer.

Blauwe lus

De blauwe lus start op dezelfde plaats als de gele en is een kleine 5km lang. Wil je deze route wandelen dan voorzie je best stevige stapschoenen. De wandeling neemt je mee naar het hoogste punt van het park op 104m. Vanop dit uitkijkpunt heb je een prachtig uitzicht over de Maasvallei en de Hoge Kempen. Je wandelt onder andere door de heide maar ook langs het “Ven onder de Berg”. Dit ven is volledig begroeid met veenmossen, blijf echter mooi op het wandelpad. De veenmossen zijn namelijk erg kwetsbaar, er overheen lopen kan jaren lang sporen nalaten!

Read More
Aaron Verleysen Aaron Verleysen

Mijn haat-liefde verhouding met IJsland III

DEEL 3: Mijn slechtste reiservaring ooit

Hoge verwachtingen

Na mijn terugkeer raakte ik volledig in de ban van landschapsfotografie en in mijn achterhoofd blijft het spelen om ooit eens terug te gaan naar IJsland. Hoe meer ervaring ik opdoe als (landschap)fotograaf, hoe meer ik begin te beseffen dat ik er eigenlijk weinig van bakte in 2016. Het besluit valt snel om terug te gaan naar IJsland, ditmaal in februari. IJsland in de winter, met volledig in sneeuw bedekte landschappen en het noorderlicht dat danst aan de hemel, ik kan het me zo inbeelden.

Deze keer geen rondreis, maar een aantal plaatsen langsheen de zuidkust waarvan ik op voorhand wist op welke manier en onder welke omstandigheden ik ze zou fotograferen. Bovendien ging ik er vanuit dat het aantal toeristen zeer beperkt zou zijn en de gekende locaties waar het in 2016 wemelde van de toeristen, er nu wel verlaten zouden bij liggen.

Ik kom kort na de middag aan in de luchthaven en zou onmiddellijk doorrijden naar het schiereiland Snaefellsnes, een van de meest westelijke punten van IJsland en circa 250km van de luchthaven. Het weer zag er prachtig uit, blauwe lucht, weinig wolken en een besneeuwd landschap. Ik had echter beter moeten weten, nog voor ik goed en wel vertrokken was, sloeg het weer volledig om. De hemel werd grauw en de wind wakkerde aan; ik plaatste beide handen op het stuur en het besef kwam vrij snel dat drie uur rijden te optimistisch was. Hoe verder ik reed, hoe slechter het weer werd. De wind waaide zodanig hard dat ik met momenten moeite had om mijn kleine huurwagen op de weg te houden, en voor ik het wist zat ik midden in een sneeuwstorm. Ik kon enkel vertrouwen op mijn gps, want de weg was nauwelijks nog zichtbaar. Ik durfde niet sneller rijden dan 25-30km per uur en stond op bepaalde momenten volledig stil omdat paniek de overhand nam. Hoe zou ik in godsnaam ooit aankomen in de hostel? Het was ondertussen reeds 18u en ik had nog meer dan 100km te gaan. Ik was blij toen ik plots een brug overreed en deze nog herkende van in 2016. Ik had eindelijk een besef van waar ik me ongeveer bevond en kon wat beter inschatten hoe lang die helse tocht nog zou duren. Om 20u kwam ik uiteindelijk aan in de hostel, na een rit van bijna 5uur. De hosteluitbater schrok zich een hoedje toen ik aanklopte, Hij ging er al vanuit dat ik in Reykjavik gebleven was en pas een dag later zou aankomen. Kort nadat ik Reykjavik was voorbijgereden, hadden ze namelijk de ringweg afgesloten omdat het te gevaarlijk was op de weg. Uitgeput plofte ik neer in de zetel, een IJslands biertje smaakte als nooit tevoren, fotografie dat was pas voor morgen.

Het voordeel van reizen in februari is dat de zon pas opkomt rond 9u45, ik kon dus rustig uitslapen en toch op tijd aankomen bij Kirkjufell om de zonsopgang te fotograferen. Het nadeel zou ik snel genoeg merken. Ik kwam ruim op tijd aan op de locatie, parkeerde mijn wagen, stijgijzers aan mijn schoenen en vertrok richting Kirkjufellsfoss. De omgeving was werkelijk adembenemend, de volledige waterval was dichtgevroren en zelfs een deel van de oceaan bevond zich onder een dik pak ijs. Maar vooral er was nog niemand ter plaatse, ik hoopte dat het zo zou blijven, maar helaas. Hoe dichter we bij zonsopgang kwamen, hoe meer fotografen toestroomden. Kwam je als laatste toe, dan was het echt zoeken naar een plaatsje om de berg in beeld te kunnen brengen. Dit had ik helemaal niet verwacht, mijn droom om IJsland voor mezelf te hebben, spatte een klein beetje uit elkaar.

Wanneer ik een specifieke locatie bezoek om te fotograferen, dan heb ik vaak reeds het beeld in mijn hoofd dat ik wil creëren. Ik ga eerst opzoek naar de juiste compositie, probeer het beeld te kadreren zoals ik het wil en dan wacht ik het juiste moment af. Om de kans te vergroten dat ik Kirkjufell in ideale omstandigheden kon fotograferen, bleef ik twee dagen in de buurt. Helaas speelde het weer me parten waardoor de omstandigheden nooit exact waren zoals ik het voor ogen had en ik moest roeien met de riemen die ik had.

De Zuidkust

Van Kirkjufell ging het rechtstreeks naar Vestrahorn. Vestrahorn is een gebergte dat op het schiereiland Stokksnes ligt in het zuidoosten van IJsland. Het is vooral bekend door de zeer steile kliffen die oprijzen aan de rand van een lagune. Het gebergte is omgeven door zwarte zandstranden met kleine duinen en wanneer het hoogtij is, kan je prachtige reflecties fotograferen. Vestrahorn is werkelijk één van de fotografische hoogtepunten van IJsland, maar om een onbekende reden hadden we dit in 2016 volledig links laten liggen.

Omdat er te veel wind stond en de wolken vrij laag rond de berg hingen, besloot ik me niet te focussen op een panorama, maar ging op zoek naar een goeie duin die het oog kon leiden naar de berg. Omdat ook hier reeds vrij veel mensen aanwezig waren, was het vooral zoeken naar een duin zonder zichtbare voetstappen. Ik koos een duin uit met een besneeuwde rug die in de voorgrond een ideale lijn vormde naar Vestrahorn. Toen plots uit het niks alle wolken wegtrokken en de wind ging liggen, haastte ik me toch nog uit de duinen om snel die panorama-foto te kunnen maken. Haast en spoed is zelden goed, maar in IJsland weet je zo dat het weer in een vingerknip opnieuw kan veranderen.

Na Vestrahorn keerde ik terug richting Reykjavik, een volgende stop zou Jökulsárlón zijn. Ik had namelijk nog een eitje te pellen na de mislukte foto’s van de vorige reis. Ditmaal was ik vastberaden om een mooie duidelijke foto te nemen. Op zoeken gaan naar een onderwerp in de voorgrond of naar enkele interessante lijnen die orde zouden scheppen in de chaos van gletsjerbrokstukken. Wie weet, kreeg ik deze keer zelfs een mooie zonsopgang en kon ik het perfecte plaatje schieten.

Helaas zat het weer helemaal niet mee. Het regende pijpenstelen en ik kon enkel afwachten in mijn wagen. Tot overmaat van ramp kwamen steeds meer toeristen toe en stond de parking in een mum van tijd vol geparkeerd. Ik raakte volledig ontmoedigd en besloot geen foto’s te nemen van Jökulsárlón, maar me te focussen op het “Diamond Beach”. Dit is een strand vlakbij het gletsjermeer dat bezaaid is met grote ijsbrokken. Al deze ijsbrokken worden vanuit het meer de zee ingezogen en spoelen dan aan op het naburige strand. Ik besloot hier wel het weer te trotseren en begaf me naar het strand. Ik wou een ijsbrok als onderwerp in mijn foto, en de bedoeling was om met een lange sluitertijd net af te drukken wanneer de ijsbrok overspoeld werd door een golf. Zo had ik beweging in mijn foto, terwijl het onderwerp -letterlijk- bevroren was. De regenbuien, mijn statief die wegzakte in het zand en de soms zeer verraderlijke golven, maakten het zeer uitdagend om dit beeld te creëren. Maar ondanks de natte voeten die ik er toen aan overhield, ben ik vrij trots op deze foto.

Diamond_Beach.jpg

De voorlaatste stop was Vík í Mýrdal. Het is de meest zuidelijk gelegen plaats van IJsland en vlakbij enkele iconische hotspots die ik wou fotograferen. Op de planning stond het strand van Reynisfjara, de basaltzuilen van Reynisdrangar en Dyrhólaey, Hoewel Reynisdrangar en Dyrhólaey de meest spectaculaire uitzichten zijn, is mijn favoriete foto eentje van op het strand van Reynisfjara. Terwijl de meeste fotografen op het strand ook hadden voor de indrukwekkende basaltzuilen, was mijn oog volledig gefocust op de zonsondergang. Eindelijk eens een spectaculaire “golden hour”, ik vond een rotsblok op het strand en besloot me exact te positioneren zodat de zon net onderging op het puntje van de rotsblok, op de achtergrond kan je trouwens de rotsformaties van Dyrhólaey waarnemen. Prachtige symmetrie, roze wolken en wat me vooral aanspreekt aan deze foto is de rust. Het lijkt alsof er niemand op het strand aanwezig was, terwijl in werkelijkheid het krioelde van de mensen achter mijn rug en ik het geluk had dat de oceaan telkens de voetstappen op het strand uitwiste.

Reynisfjara_beach.jpg

Een onverwacht einde

Vanuit Vík í Mýrdal is het slechts 30min rijden naar Skogafoss. Deze waterval bezochten we eveneens in 2016, maar doordat ik toen geen statief bij had, kon ik niet de foto nemen die ik wou. Ditmaal had ik wel het juiste materiaal, en tot mijn verbazing was er nog niemand aanwezig toe ik aankwam bij de waterval. Ik naam rustig mijn tijd en pas toen mijn foto genomen was, kwamen de eerste bussen toe. Vlakbij Skogafoss ligt bovendien een tweede waterval, genaamd Kvernufoss. Hij is minder spectaculair, maar doordat je achter de waterval kan lopen zeker een bezoekje waard. Ik bond mijn stijgijzers aan mijn schoenen en vertrok richting de waterval. Het pad naar de waterval was één ijspiste, maar met mijn stijgijzers maakte ik me weinig zorgen. Ik zag de waterval opduiken en nam een eerste foto. Het ultieme doel was om een foto te nemen van achter de waterval, dit zou wel eens de dé foto van mijn reis kunnen worden. Alle rotsen rond de waterval waren volledig bedekt in een dik pak ijs, ik besloot het risico te nemen en klauterde naar boven. Boven aangekomen, plaatste ik mijn rugzak in een holte en ging op de rand staan om mijn statief op te stellen. Het geluid van het vallende water en het besef dat ik me achter een effectieve waterval bevond, deden het enthousiasme toenemen.

En dan…

En dan eindigde mijn reis. Mijn statief gleed weg op het ijs en viel in de rivier onderaan de waterval. Ik was verbouwereerd. Zo’n statief kost tamelijk wat geld en zonder kon ik geen foto’s meer nemen. In een waas en vol van adrenaline besloot ik de waterval af te dalen om mijn statief te recupereren uit het water. Geen slim idee, want voor ik het besefte, gleed ik uit en tuimelde van de ene rots naar de andere tot in de rivier. Ik was volledig doorweekt en zat tot mijn middel in het ijswater. Mijn handen zaten vol sneetjes door de scherpe randjes van het ijs en de rotsen, maar voor mij lag mijn statief. Ik grabbelde recht, gooide mijn statief op de oever en probeerde zo snel mogelijk uit het water te raken. Maar ik was opgelucht, mijn statief was niet gebroken, dus ik kon terug foto’s nemen. Ik klauterde opnieuw naar boven, mijn camerarugzak lag daar tenslotte nog én ik had nog geen foto. Eenmaal terug boven nam de paniek de overhand. Ik besefte plots wat me overkomen was en verstijfde volledig. Het duurde een tiental minuten vooraleer ik de waterval terug durfde afdalen richting de parking. Aangekomen aan de auto, deed ik verse kleren aan, plaatse mijn camerarugzak in de koffer en werd plots overmand door een helse pijn in mijn onderrug. De adrenaline was volledig uitgewerkt en de val had precies een grotere impact gehad dan ik eerst vermoedde. Pijn nam nu de bovenhand. Ik kon met moeite plaatsnemen achter het stuur en schreeuwde het uit van de pijn op de hobbelige wegen.

Daar aan die waterval eindigde mijn reis. De resterende drie dagen bracht ik door op mijn hotelkamer met een doos ibuprofen. Ik kon met moeite rechtstaan en wandelen met een rugzak zat er al helemaal niet meer in. Eenmaal aangekomen in België ging ik onmiddellijk naar het ziekenhuis, waar al snel bleek dat ik drie staartwervels gebroken had bij mijn val. Om de miserie compleet te maken was ik de avond voor mijn vertrek slachtoffer geworden van een vluchtmisdrijf. Een wagen had tegen mijn geparkeerde huurwagen gereden, en omdat ik geen omnium genomen had, volgde een rekening van maar liefst €1200 voor de schade aan de huurwagen. Mijn trip naar IJsland was een grote desillusie geworden.

Kom ik er ooit terug?

Kom ik er ooit nog terug? Op die vraag kan ik momenteel nog niet antwoorden. Door de Coronacrisis heb ik zoals zoveel mensen zeer veel zin om opnieuw te reizen, maar IJsland laat ik momenteel nog wat links liggen. Als je er nog nooit geweest bent, dan is het zeker de moeite. De landschappen, uitzichten, natuur zijn echt ongelofelijk en alles ligt op één eiland. Wanneer je rekening houdt met de massatoeristen en niet onbezonnen een waterval beklimt, dan kan het de reis van je leven worden. Hopelijk hebben jullie genoten van deze driedelige blog en hebben jullie wat geleerd uit mijn ervaringen.

Bedankt om mee te gaan in mijn verhaal!

 

Heb je vragen? Contacteer me gerust via Instagram of het contactformulier op de website!

Read More
Aaron Verleysen Aaron Verleysen

Mijn haat-liefde verhouding met IJsland II

DEEL 2: De ommekeer

Weg van de beschaving

We pikken in waar we bij deel I gestopt zijn: Kopasker. Ik heb net tweemaal het Noorderlicht kunnen fotograferen en we zetten nu onze rondreis verder naar het zuiden. Nog voor we daar toekomen, maken we een tussenstop in Seyðisfjörður. Seyðisfjörður is een klein vissersdorpje dat ligt aan het einde van een 16km lange fjord (Seyðis-fjörður). Het dorpje is omgeven door hoge steile bergflanken en enkel bereikbaar via de bergpas Fjarðarheiði. Deze bergpas neemt je mee tot het hoogste punt van de vlakte, vanwaar je het dorp in de verte ziet liggen. Hoewel er in deze omgeving vrij weinig te doen is, wordt deze route als een van IJslands meest spectaculaire wegen bestempeld. Doordat het dorp zo afgelegen is, kom je er ook weinig toeristen tegen. Enkel wie een rondreis maakt en de bergpas specifiek op zijn lijstje heeft, maakt hier een tussenstop. Die afzondering komt trouwens aan bod in een van mijn favoriete series: Trapped. Deze IJslandse serie speelt zich af in Seyðisfjörður, wanneer het dorp in de winter door een sneeuwstorm volledig afgesloten is van de buitenwereld. De rest verklap ik natuurlijk niet.

De fjord “Seyðisfjörður”, het uizicht vanop de bergpas.

De fjord “Seyðisfjörður”, het uizicht vanop de bergpas.

Bovenstaande foto toont het zicht vanop de bergpas die je naar het dorp leidt. Vanaf het hoogste punt daalt de weg kronkelend af tot helemaal in het dal, continu heb je een prachtig zicht op de bergflanken. De foto werd genomen in een van de (helaas) weinig bochten waar je even kan stilstaan met de wagen. Hoewel het uitzicht voortdurend adembenemend is en je heel vaak de neiging hebt om te stoppen, respecteer je toch best de wegcode.

Hoewel de foto een beetje te veel bewerkt is, spreekt de compositie me wel aan. In een landschapsfoto zoek je best naar lijnen of een onderwerp, op die manier leid je de kijker doorheen de foto en heerst er geen chaos. Zonder een specifiek onderwerp of lijnen die je tonen waar je moet kijken, kan het vaak zoeken zijn naar wat je juist ziet. In dit geval nemen de lijnen van de bergflank je mee naar het einde van het dal en wordt dit beeld nog versterkt door de rivier die min of meer parallel kronkelt met de bergflank.

De zuidkust

Na Seyðisfjörður komen we eindelijk toe aan de zuidkust van IJsland. Dit gedeelte spreek het meeste tot ieder zijn verbeelding omdat alles hier op een zakdoek ligt. We merken dit voor het eerst aan Jökulsárlón. Ik had online al gelezen dat je hier best vroeg toekomt om de grote menigte te vermijden, dus net zoals voor Kirkjufell kon ik Maarten een tweede maal overtuigen om vroeg op te staan. Jökulsárlón is het grootste gletsjermeer van IJsland en ligt vlak aan de Ringweg rond IJsland. We kwamen als eerste aan op de parking en ik kon dus in alle rust mijn compositie kiezen.

Dit bleek echter veel moeilijker dan verwacht. In het meer dobberen honderden afgebroken stukken gletsjer, gaande van kleine stukken van 1m tot heuse ijsbergen die tientallen meters in doorsnede zijn. Omdat het meer uitmondt in de oceaan, zijn alle ijsbrokken ook in beweging. Hier had ik niet bij stilgestaan. Ik nam een ijsschots in beeld, prutste aan mijn instellingen, zorgde dat alles in orde was en toen ik op keek, bleek de ijsschots niet meer in mijn beeld te zitten. Daarenboven werkte het weer ook niet echt mee, ik had honderden beelden gezien van een prachtige zonsopgang boven de ijsschotsen en mijn verwachting was helaas ook dat dit wel het geval zou zijn tijdens onze trip naar IJsland. Niks was minder waar, het wolkendek bleef gesloten en de zon kwam er nooit door. De enige noemenswaardige foto die ik nam, toont de chaos van het meer met de verschillende ijsschotsen. Omstreeks 8u30 kwamen de eerste toeristen toe en vanaf 9u de eerste bussen gepakt met Aziaten. Maarten en ik maakten dat we uit de voeten waren en zetten verder koers richting Reykjavik.

Het gletsjermeer Jökulsárlón, vlak na zonsopgang.

Het gletsjermeer Jökulsárlón, vlak na zonsopgang.

Eenmaal weg van Jökulsárlón, ging de auto eigenlijk al vrij snel terug aan de kant. Jökulsárlón maakt namelijk deel uit van de Vatnajökull, een van de grootste gletsjers van Europa en zeker de grootste van IJsland. De gletsjer heeft meerdere gletsjertongen die uitmonden in de Atlantische oceaan aan de zuidkust. Ik had van onze Nieuw-Zeelandse vriend Jed de tip gekregen om hier de weg in de gaten te houden, op een bepaald moment lijkt het namelijk alsof de weg opgaat in een gletsjertong. Ik maande Maarten aan om de auto langs de kant te plaatsen en probeerde me in het midden van de weg te positioneren. Op die manier kon ik de witte lijnen gebruiken als “leading line” naar gletsjertong. Dit lijkt gemakkelijk dan het eigenlijk is, het was namelijk ongeveer 11u in de ochtend en er was reeds vrij veel verkeer op de baan. Maarten hield een oogje in het zeil en waarschuwde me telkens er een auto aankwam. Ik wou echter een foto die scherp was van de voorgrond tot de achtergrond. Geen enkele camera kan dit aan; net zoals je ogen kan je camera maar op een bepaald punt focussen en wordt alles voor of achter dit punt wazig. Om een foto te creëren die van voor tot achter scherp is, moet je eigenlijk verschillende foto’s nemen en telkens scherp stellen op een ander punt in de verte. Later kan je dan in photoshop deze foto’s boven elkaar kleven en krijg je een composiet beeld dat volledig scherp is. Als je goed kijkt naar de foto kan je zien dat er in de verte reeds een auto aankomt. De dreigende wolken en het licht die er net doorschijnt ter hoogte van de gletsjertong zorgen voor een extra bonus.

De weg naar Vatnajökull

De weg naar Vatnajökull

Hoe dichter we bij Reykjavik kwamen, des te meer we overspoeld werden door toeristen. Overal waar we stopten stonden bussen geparkeerd, bij bepaalde watervallen moesten we letterijk aanschuiven op het pad richting waterval. Zeker op de befaamde Golden Circle leek het soms alsof we stonden aan te schuiven voor een attractie in Disneyland. Voor wie weinig tijd heeft en naar Reykjavik gaat als citytrip kan ik de Golden Circle zeker aanraden. Het is een toeristische route van 300km die je langs geisers brengt, een waterval waar je kan achter wandelen en het befaamde Þingvellir National Park. In dit park vind je de scheiding tussen het Noord-Amerikaanse en Euraziatische continent en schuift de aarde letterlijk 1 à 2cm per jaar uit elkaar. Ik voelde me niet echt op mijn gemak tussen de massa toeristen en raakte wat ontmoedigd door de mensen die steeds door mijn beeld liepen, of zonder schaamte plaats namen voor mijn camera om zelf een foto te nemen. Dit zorgde ervoor dat ik slechts twee noemenswaardige foto’s meer nam voor we toekwamen in Reykjavik. De foto links is een foto van Skogafoss, een van de bekendste watervallen in IJsland en met zijn 60m hoog werkelijk indrukwekkend. Ik wou net als in Kirkjufell ook bij deze waterval een melkachtig effect creëren door mijn sluitertijd vrij laag te houden. Dit bleek echter niet mogelijk doordat ik geen statief bij had en er nergens een echt geschikte locatie was om mijn camera op de grond te plaatsen. Je ziet het niet op de foto, maar het wemelde van toeristen. Er zijn toch ettelijke uren gekropen in het photoshoppen van de mensen die zich in beeld bevonden.

De rechterfoto is een Instagramlocatie bij uitstek. Het DC-3 Plane Wreck is een Amerikaans vliegtuig dag in november 1973 neerstortte op het strand van Solheimasandur. Het aluminium van het vliegtuig contrasteert super mooi met het zwarte vulkaanzand in de omgeving. Vroeger liep er een zijweg van de ringweg recht naar dit vliegtuig, maar door de opkomst van Instagram en gezien het vliegtuig eigenlijk op een privaat stuk land ligt, werd de weg afgesloten. Vandaag moet je een stevige wandeling over hebben, het is namelijk een dikke 4km vanaf de ringweg naar het vliegtuig. Je bent dus al snel twee uur onderweg voor één foto. Maarten en ik namen opnieuw de beslissing om wat vroeger op te staan zodat we in alle rust een foto konden nemen. Toen we aankwamen waren al wat andere mensen aanwezig en we wachten rustig ons beurt af zodat iedereen zijn foto kon nemen bij het vliegtuig. Dit zal waarschijnlijk de enige foto zijn op mijn website die niet door mezelf is genomen, maar dankzij Maarten had ik wel een zeer coole profielfoto. Op de terugweg zagen we steeds meer mensen en beseften dat we aan de grote meute waren ontsnapt.

Landmannalaugar

Na de drukte langsheen de zuidkust en de Golden Circle stond er nog een uitstap op het programma: Landmannalaugar. Landmannalaugar is een dal in het binnenland en enkel bereikbaar met een 4x4. Er lopen enkel grindwegen naartoe en deze zijn buiten de zomer zelfs niet toegankelijk vanwege de sneeuw en het vele water. Ook als je van plan bent om een 4x4 te huren en Landmannalaugar op eigen houtje te verkennen, moet je bewust zijn dat je regelmatig rivieren moet doorkruisen en deze ook meer dan 1m diep kunnen zijn. Maarten en ik hadden een excursie geregeld met een Superjeep en gids die ons de mooiste plekjes zou tonen.

Landmannalaugar was werkelijk een hoogtepunt van onze reis. De desolaatheid van deze plek is onbeschrijfelijk, de wereld voelt onmetelijk groot aan, nergens valt een mens te bespeuren. De bergen in de omgeving zijn zogenaamde Ryolietbergen, ze hebben een gele, rode, bruine of grijsgroene kleur. Een kenmerk van deze Ryolietbergen is dat ze sterk oplichten wanneer er zonlicht op schijnt. Hier voelde ik me voor het eerst echt landschapsfotograaf. Ik had op voorhand weinig beelden opgezocht van deze plek en er waren tevens geen echte hotspots die al duizend maal te vinden waren op het internet. Ik probeerde bij elke stop het landschap in mij op te nemen en me te laten leiden door wat ik rondom me zag. Drie beelden hebben het uiteindelijk gehaald. Op het eerste beeld had ik wat geluk en valt er wat zwak zonlicht op de middelste berg, waardoor deze wat meer oplicht dan de andere. De middelste foto geeft uitzicht op een meer met de vulkaan Hekla op de achtergrond, wat me hier het meeste aanspreekt zijn de dreigende wolken en ook hier het zonlicht dat op bepaalde plaatsen door de hemel priemt en stukken van het landschap doet oplichten. De derde en laatste foto tenslotte, toont dat je niet altijd moet wachten op het “golden hour” of “blue hour”, ook overdag vallen heus mooie beelden te maken. Ik maakte gebruik van deze heuvelrug om een lijn te hebben in het landschap en het oog mee te nemen naar de achterliggende besneeuwde bergtop.

De reis van 2016 zit er op, hij eindigde wat in mineur met de vele toeristen langs de zuidkust, maar Landmannalaugar zou er toch voor zorgen dat ik ooit terug zou gaan.

Om dit deel niet te lang te maken, beschrijf ik mijn volledige reis van 2019 in een derde en laatste deel. Stay tuned want mijn trip in 2019 was mijn ergste reiservaring ooit. Alles wat fout kon lopen, liep fout en ik eindig als een gebroken man met een degout voor IJsland.

Read More
Aaron Verleysen Aaron Verleysen

Mijn haat-liefde verhouding met IJsland I

DEEL 1: De liefde

Het duurde een tijdje, maar dit is officieel mijn eerste blog. Ik heb lang nagedacht en vaak getwijfeld waarover ik nu zou schrijven. Er zijn ideeën neergepend, getypt, opgeslagen, verwijderd, maar er is vooral veel uitgesteld.

Tot vandaag. Ik vertel jullie graag wat meer over IJsland, meer specifiek over wat ik er nu van vind en wat mijn link is met het land van Vuur en IJs.

Wat vooraf ging

Misschien begin ik best bij het begin. In 2016 besloot ik om samen met een goeie vriend, Maarten, een afstudeerreis te maken naar een locatie waar we niet snel terug zouden gaan. Een onvergetelijke reis om de studentenjaren achter ons te laten en te beginnen aan het echte leven. Ik ben doorheen mijn studententijd niet echt bezig geweest met fotografie, buiten wat foto’s nemen voor enkele lokale bevriende bands, maar ik had niet echt een idee waar ik met bezig was. Toen onze keuze op IJsland viel en ik me steeds meer bewust werd van de wonderen der natuur die we zouden bezichtigen, raakte ik overtuigd om alles op beeld vast te leggen. Alleen: ik had geen camera, geen statief en vooral geen idee hoe ik een deftige landschapsfoto nam. Budget voor een camera of een statief was er niet want dat was voorbehouden voor onze reis. Ik kon gelukkig mijn ouders hun camera gebruiken: een Canon 450D met een 18-55mm kitlens, een camera die toen al 8 jaar oud was en minder megapixels had dan de camera van mijn telefoon. Maar de overtuiging was er en de goesting om me onder te dompelen in de duizenden YouTube-tutorials ook.

Onze reis naar IJsland vond plaats in september en dit was in de eerste plaats een budgettaire reden. IJsland is een verschrikkelijk duur land, waar je in het hoogseizoen al snel €1000 kwijt bent als je een tiental-dagen de kleinst mogelijke auto wil huren. Het nadeel van september is dat de dagen wat korter zijn en de puffins helaas al vertrokken zijn, maar dat woog niet op tegen de voordelen: goedkopere auto en hostels, minder toeristen en de kans om het noorderlicht te zien. We besloten een rondreis te maken in wijzerzin (van west naar noord en oost, om te eindigen in het zuiden). Het zuiden van IJsland is het meest toeristische, maar zou het meest spectaculaire moeten zijn. Safe the best for last.

The Eagle has landed

Een goede landschapsfoto begint altijd met een goeie voorbereiding, ik had me op voorhand ingelezen, nagegaan welke locaties ik echt wou fotograferen en op welk tijdstip van de dag we daar dan aanwezig moesten zijn. Helaas voor mijn reisgezel betekende dit vaak vroeg opstaan om toe te komen op de locatie nog voor de zon op kwam; het beste licht heb je namelijk tijdens “blue hour” en “golden hour”. Dit zijn de momenten vlak voor en vlak na de zon opkomt of ondergaat. De eerste locatie op het lijstje was Kirkjufell, waarschijnlijk de meest gefotografeerde berg van IJsland (onder andere te zien in Game of Thrones seizoen 6 & 7). De berg krijgt de naam Kirkjufell omdat hij vanuit een bepaalde hoek heel puntig voorkomt en wat lijkt op een kerktoren. Vlakbij de berg is een kleine waterval (Kirkjufellsfoss) die je samen in beeld kan brengen, mijn interesse was gewerkt en ik was overtuigd om de beste foto in jaren te nemen.

Kirkjufell, 2016

Kirkjufell, 2016

Et voilà. Het eerste beeld was gemaakt, en ik was best tevreden. De wolken blokkeerden de zon waardoor een spectaculaire zonsopgang met mooie roze wolken niet tot de opties behoorde, en achteraf gezien maar goed ook want dan had ik waarschijnlijk geen degelijke foto kunnen nemen. Waar ik wel in slaagde was om mijn sluitertijd laag te houden waardoor het water van de waterval een melkachtig uitzicht kreeg. Ik had geen statief mee, enkel een prulletje met plooibare beentjes dat mijn moeder ooit gekocht had om “familieselfies” te nemen. De beste landschapsfoto’s neem je dus tijdens het “blue” of “golden hour”, waardoor je vaak moet werken met weinig licht en eigenlijk een statief nodig hebt om niet te eindigen met wazige foto’s. Maar je kan altijd inventief zijn door je camera op een rugzak te plaatsen of op de grond en te werken met een timer; zo duw je de knop in, telt die af en neemt je camera een foto zonder dat je het toestel in je hand hebt. De eerste landschapsfoto van de reis, ik begon me al af te vragen of het nog beter zou worden.

Het Noorderlicht

Het staat hierboven al vermeld, vanaf (midden) september, bestaat er een kans dat je in IJsland het Noorderlicht of Aurora Borealis ziet. We hadden er op voorhand geen rekening met gehouden, om toch de verwachting niet te hoog te leggen. Het Noorderlicht was immers echt wel “top of the bucketlist” materiaal. Ik had dan ook weinig opzoekingswerk gedaan over hoe je dat nu specifiek fotografeert, de basis die had ik en dat zou waarschijnlijk wel volstaan als we het zouden tegenkomen. Noch ik, noch Maartenl hadden het Noorderlicht al eens gezien en hadden ook geen flauw idee wat hierbij te verwachten, buiten de alom bekende foto’s en beelden uit Reizen Waes.

We bevonden ons op dat moment in het noorden van IJsland, nabij Akureyri. Per toeval kwamen we bij een kampeerspot, waar plaats was voor een kampvuur en dus ook een BBQ. We haasten ons naar de lokale supermarkt, kochten wat vlees en bier en keerden terug naar dit idyllisch plaatsje vlakbij een klein meertje. Het duurder wat langer dan verwacht, maar uiteindelijk kregen we het vuur in gang en konden we genieten van ons veel te duur vlees en zeker veel te dure Stella’s (ook al waren we slechts 5 dagen onderweg, thuis is waar mijn Stella staat). Nu de zon bijna volledig onder was, besloten we ons vuur te doven (op een manier die ik hier niet zal beschrijven) en terug te keren naar de wagen.

Het was pas met het doven van het vuur dat Maarten enkele rare wolken opmerkte aan de horizon en zich luidop afvroeg: is dat het Noorderlicht? Ik was iets sceptischer en geloofde niet dat die paar lichte wolken het spectaculaire Noorderlicht zouden voorstellen. We besloten hier niet verder bij stil te staan en wandelden terug naar de wagen. Onderweg terug kwamen we een fotograaf tegen, die duidelijk veel beter voorbereid was dan mezelf. Gebrand door nieuwsgierigheid vroegen we hem of de lichtgevende wolken het Noorderlicht moesten voorstellen. Geschrokken van onze onwetendheid bevestigde hij Maarten’s instinct en raadde ons aan om toch nog even ter plaatse te blijven, het zou namelijk de moeite worden.

Wat op dat moment door mijn hoofd ging, valt moeilijk te beschrijven. In eerste instantie was ik volledig overladen door vreugde, we zouden namelijk het Noorderlicht zien, onze bucketlist zou wat kleiner worden. Nadien kwam toch wel wat twijfel, ik had al gelezen dat het Noorderlicht niet altijd even sterk is en soms nauwelijks zichtbaar. Maar onze IJslandse fotograaf zei dat het de moeite zou zijn, dan zal het toch heus wat meer voorstellen dan enkele lichtgevende wolken? Ten slotte kwam er de blinde paniek, ik zou een van de grootste natuurfenomenen zien en was totaal niet voorbereid. Welke instellingen moest ik gebruiken? Hoe zou ik mijn camera volledig stil krijgen? Alles wat ik de voorbije maanden had opgezocht, leek uit mijn hoofd verdwenen. Ik probeerde en probeerde, maar slaagde er niet in om de lichtgevende wolken vast te leggen. Onze IJslandse fotograaf zag dat de moed me in de schoenen zakte, gaf me enkele tips en toonde welke instellingen ik moest gebruiken. Ik koos een plekje uit, zag een houten schommel en besloot deze in mijn compositie op te nemen. Het licht werd steeds sterker en hemel klaarde meer op en een schouwspel van groene golven voltrok zich in de hemel. Ik nam enkele testfoto’s en slaakte een kreet van opluchting. Het noorderlicht stond te blinken op mijn camerascherm. Mijn avond was geslaagd, de volledige reis kon zelfs niet meer stuk, ik besloot mijn camera weg te steken en te genieten van wat zich aan de hemel voltrok.

De eerste maal dat ik het Noorderlicht kon vastleggen op foto, ik krijg nog steeds kippenvel.

De eerste maal dat ik het Noorderlicht kon vastleggen op foto, ik krijg nog steeds kippenvel.

Na een klein uur begon het licht opnieuw af te zwakken en besloten we terug te gaan naar onze wagen en de hostel. Terwijl we de volgende dag nog steeds moesten bekomen van afgelopen avond, stak ik het geheugenkaartje in mijn laptop om de beelden eens wat beter te kunnen bekijken en een eerste maal te bewerken. Ik was best tevreden over de foto’s, de groene gloed was goed zichtbaar en hoewel de houten schommel wat veel aan de zijkant stond, was ik toch tevreden over de compositie. Alleen kwam snel het besef dat geen enkele foto scherp was. Ik had in alle haast mijn camera vergeten scherpstellen op de schommel of de bergen. Wanneer je in het donker fotografeert, kan je niet werken met de auto-focus van je camera, het is namelijk te donker voor de lens om een punt te vinden waarop ze scherp kan stellen. Omdat ik dit wist, stond mijn lens op manuele focus, waardoor alles een beetje wazig lijkt.

Een onverwachte herkansing

Ik kreeg sneller dan verwacht een herkansing. We reden die week verder door langs het noorden van IJsland. De natuur verbaasde ons elke dag, voornamelijk de desolaatheid, hier kwam je bijna geen auto’s tegen, geen toeristen en je kon uren rijden zonder een dorp te passeren. Hoewel we op voorhand gewaarschuwd waren dat er op bepaalde plaatsen veel toeristen konden zijn, leek het alsof niemand interesse had in het Noorden van IJsland. We kwamen aan in Kopasker, helemaal in het noordoosten, onze laatste stop voor we richting zuiden zouden rijden. We kwamen toe in onze hostel (een huis voor onszelf) en besloten wat uit te rusten. De rust was van korte duur wanneer plots een jolige Nieuw-Zeelander - Jed - wat leven in de brouwerij kwam brengen. Al snel raakten we aan de praat en in zijn sappig Engels vertelde hij, hoe hij de wereld rondreisde om overal foto’s te nemen. Hij toonde zijn instagrampagina en al snel raakte ik volledig starstruck. Bovendien wist de jongeman ons te vertellen dat je op de IJslandse weersite kon nagaan hoe groot de kans was dat je het Noorderlicht kon waarnemen die avond. En wat bleek, voor onze locatie zag het er die avond opnieuw heel goed uit. Hij stelde voor om een donkere plek te zoeken en die avond samen op het Noorderlicht te jagen.

Jed met al zijn professioneel cameramateriaal, ik met de aftandse Canon van mijn ouders en Maarten met een fles Amaretto om zich toch wat warm te houden. Jed gaf me meer uitleg over fotograferen in het donker; zo kan je namelijk de maan of een heldere ster gebruiken om op te focussen en ben je zeker dat alles vanaf een bepaalde afstand scherp zal staan. Hij legde me uit dat mijn sluitertijd niet te lang mocht zijn, of de sterren zouden door de rotatie van de aarde bewegen en wazig worden. Allemaal waar ik voorheen geen flauw benul van had en als je de foto hierboven bekijkt, kan je zien dat de sterren inderdaad opgeschoven zijn tijdens het nemen van de foto. Met de juiste instellingen en een lens die scherp stond, stootte ik wat op de limieten van mijn materiaal. Ik had namelijk geen statief bij, waardoor ik mijn camera enkel op de grond kon leggen en de lens bijgevolg naar boven moest richten. Om toch een onderwerp in de foto te hebben, raadde Jed aan om zelf te poseren met het Noorderlicht op de achtergrond, en zo kwam onderstaande foto tot stand.

Mijn tweede poging om het Noorderlicht te fotograferen. De sterren zijn reeds scherp en de achtergrond ook, maar ik slaagde er zelf niet in om lang genoeg stil te staan.

Mijn tweede poging om het Noorderlicht te fotograferen. De sterren zijn reeds scherp en de achtergrond ook, maar ik slaagde er zelf niet in om lang genoeg stil te staan.

In deel II komen jullie meer te weten de rest van deze reis en mijn tweede bezoek aan IJsland in 2019. De adembenemende uitzichten blijven, maar de liefde raakt toch wat bekoeld.

Heb je vragen? Contacteer me gerust via instagram of het contactformulier op de website!

Read More
Aaron Verleysen Aaron Verleysen

Coming soon!

It all begins with an idea.

Met veel goeie hoop start ik deze blog op! Maandelijks zullen jullie hier mijn nieuwe fotografie avonturen kunnen volgen. Een “behind-the-scenes” over hoe mijn beelden tot stand komen en de mooie plekken die ik bezoek.

Hou een oogje in het zeil, de eerste blogpost komt er snel aan!

Read More